Van Olen (België) naar Blauberg (België)

Zondag 23 april 2017

Vandaag ben ik te laat bij Eva, waardoor wij weer te laat op de afgesproken plek komen en dat moet ik de hele dag horen. De volgende keer dus echt 15 minuten vroeger opstaan. Ik heb gewoon een uur nodig en het is echt 20 minuten fietsen naar Eva.
Genoeg erover!
De wandeling van vandaag gaat van Olen naar Blauberg; weer zo’n 22 kilometer.
Eerst even voor een snelle kop koffie op café gaan bij ‘De pot van Keizer Karel’ in Olen. De naam verwijst naar een geschiedkundig verhaal en er is ook een fontein in Olen met een paar bierkroezen waarvan 1 met drie handgrepen. Na de koffie nog even de blaas legen. Wel zo fijn na een autorit van 2 uur.
Na een korte heroriëntatie hoe we drie weken geleden ook alweer Olen waren binnengewandeld, vervolgen we onze wandeling.

We lopen eerst 1 kilometer door de straten van Olen, om daarna het ‘Bos Tuenenberg’ in te wandelen. Volgens het bordje aan het begin van het pad werd het gebied van 1952 tot 1996 gebruikt als legerbasis. In 1996 is het door het ‘Agentschap voor Natuur en Bos’ aangekocht en als domeinbos beschikbaar gesteld.
We zullen 3 kilometer door dit gebied lopen.

We lopen afwisselend over duidelijk gemarkeerde onverharde wegen en betonpaden. De betonpaden verwijzen naar het verleden als legerbasis en volgens de beschrijving in het wandelgidsje ligt er riolering onder. We lopen nog dicht bij de bebouwde kom en komen dan ook veel joggers en wandelaars tegen. Één van de bankjes is wel met een heel zware ketting aan een boom vastgelegd.

We komen een heel origineel Mariakapelletje tegen. Maria houdt zich half schuil in een natuurlijke boomholte. Het lijkt wel een weerhuisje. Over weer gesproken, gisteren was het koud en er waaide een harde wind. Vandaag is het niet veel warmer (12° Celsius), maar er is nauwelijks wind en af en toe schijnt het zonnetje. Aanvankelijk vertrekken we nog met onze jas aan, maar na een uurtje wandelen gaat de jas toch los of zelfs uit.

Na 3 kilometer door het bosrijke gebied te zijn gewandeld, wordt het landschap open en voert de wandeling over halfverharde wegen door een lentegroen weide landschap. Het zonnetje schijnt vriendelijk op ons neer en als er ogenschijnlijk afstand tussen de wandelaars is, dan komt dat voornamelijk door de spoorvorming in het het pad.

Na ruim 1 kilometer komen we weer in een bos; het ‘Sterschotbos’. Het pad is bezaaid met Dennenappels waardoor je moet oppassen waar je je voeten plaatst. Een paar kilometer verder maakt het bos plaats voor de eerste buitenwijken van Tongerlo (behorend bij de Gemeente Westerlo).

Wat ons als argeloze wandelaars al eerder is opgevallen in de buitenwijken in dit deel van Vlaanderen, is de voorkeur voor brievenbussen in de vorm van betonnen vogelhuisjes ‘Anton Pieckstijl‘. In de buitenwijken zijn er uiteraard veel vrijstaande huizen met een tuin en daardoor ook veel brievenbussen aan de straatkant. Alhoewel het vogelhuis een voorkeur heeft, zullen we op deze wandeling nog een paar fraaie andere brievenbussen tegenkomen.

Al snel naderen we het grote complex van de Abdij van Tongerlo, uiteraard ook bekend om zijn abdijbier. Terwijl we eerder nog door een zonnig weidelandschap liepen, pakken zich nu dreigend grijze wolken boven de toren van de abdij samen.

Terwijl we over een lindelaan langs de muur van de abdij lopen, passeren we een ‘Lourdesgrot’. We lopen even van het pad af naar beneden om het kunstwerk wat beter te kunnen bekijken. Als Rijkswaterstaat zijn bruggen en sluizen ‘kunstwerken’ noemt, dan noem ik dit ook een kunstwerk! Met mijn Protestantse achtergrond kan ik toch niet de juiste instelling vinden, alweer een weerhuisje.

We lopen langs de muur naar de hoofdpoort van het klooster. Volgens onze reisgids dateert alleen deze poort nog uit de twaalfde eeuw toen het klooster gesticht werd. De poort is uitnodigend open (in tegenstelling tot het klooster van Westmalle) en na even gewacht te hebben op 3 fietsers die net door de poort naar buiten komen rijden, kan ik toch een fraaie foto maken.

Eenmaal door de poort blijkt er een heel grote binnenplaats te zijn. In de zomer vast druk met mensen, maar nu rustig. Tegen de muur van één van de gebouwen staat weer een Mariabeeld omlijst door een prachtig bloeiende Wisteria.

Een van de weinig andere bezoekers is een gezin met twee kinderen. De jongen, maar vooral het meisje, zijn in nette kleren gestoken en poseren met de blauwe regen als achtergrond. Ik begrijp dat het geen communie is, maar wat dan wel weet ik niet.
Het is half twee en mijn maag rommelt. Het wordt tijd voor onze lunchplek, ditmaal echt zo’n beetje halverwege.
We lunchen in Het Torenhof. Dat is een grote uitspanning, maar we kiezen voor het ‘IJskafee’, dat is wat minder formeel en je kunt er prima lunchen. Marion en ik eten een heerlijke Croque Monsieur, terwijl John zich door een grote focaccia worstelt. Eva geniet van een ‘boterham’ met abdijkaas. Het doet wel wat aan Duits brood denken.

Na de heerlijke lunch gaan we op pad voor de tweede helft van onze wandeling. Eerst weer door de buitenwijken van Westerlo. We passeren een brievenbus die niet helemaal aan de gemiddelde norm voldoet. Wel van beton, maar geen vogelhuis. Een heuse Anton Pieck boomstam.

Na ruim 1 kilometer komen weer bij een bosgebied: ‘Beeltjens en Kwarekken’. Ons pad loopt voor ongeveer 500 meter door dit bos. En komt uiteindelijk uit bij het riviertje de ‘Grote Nete’.

Alhoewel in het boekje en ook op het internet steeds gesproken wordt over de Grote Nete, staat er op één van de bruggen over het riviertje toch duidelijk ‘Grote Neet’!

Hoe dan ook, onze wandeling voert ons een kleine 3 kilometer langs dit riviertje. Deze Grote Nete stroomt wat sneller dan de Kleine Nete van de vorige keer. Ik vind het een welkome afwisseling na de verschillende stukken bos. Er valt verder niet veel over te vertellen, wij lopen al keuvelend stroomopwaarts, terwijl de rivier murmelend stroomafwaarts kabbelt. Het wordt pas interessant als het andersom zou zijn…

We verlaten de rivier ter hoogte van het Trammeke. Een oud sluiswerk waarbij een haaks op de rivier liggende metalen arm op een rails naar de overkant van de rivier kon worden getrokken. In de rivierbodem eronder loopt een evenwijdige gleuf. Men plaatste dan houten schotten verticaal in de gleuf en door de druk van het water werden die automatisch aan de bovenkant tegen de metalen arm gedrukt, voilà.

Na ongeveer 2 kilometer passeren we weer een Maria Kapelletje met wat banken ervoor. Om de een of andere reden inspireert deze plek ons om wat te drinken en pindarotsjes te eten. Er ontstaat een verhitte discussie over de betekenis van het bovenschrift: ‘Ik ben de onbevlekte ontvangenis’. Vanwege het oecumenische karakter van het gezelschap blijken er verschillende gezichtspunten te zijn. Welles, nietes. Donkere wolken pakken zich samen aan de hemel. Een onbevlekt ontvangen Maria? Een uit de maagd Maria geboren Jesus? Zelfs voorbeelden uit het dierenrijk worden erbij gehaald. Het blijkt een wijdverbreid misverstand. Wellicht duidelijk voor iemand met een Katholieke achtergrond, maar Protestanten halen dit blijkbaar door elkaar. Ik dus ook.
P.S.; naaktslakken zijn hermafrodiet, maar bladluizen (en veel andere insecten) kennen dus ook onbevlekte ontvangnissen, maar dat resulteert altijd in vrouwelijk nageslacht. Dus een mirakel blijft het wel!

Ons pad loopt weer langs wat vrijstaande huizen met tuinen, oprijlanen en…. brievenbussen. Deze keer eentje in de vorm van een olijk manneke met een wipneus. Het moet gezegd dat we géén tuinkabouters (of smurfen of laven) tegenkomen! Die dan weer niet.

We lopen nogmaals een kilometer lang over een bospad met aan weerszijden beukenbomen.

Aan het eind van het bospad hangt weer een Maria kapelletje. Deze keer een Maria met een bijna abstract huisje eromheen.

We hoeven nog maar een paar kilometer tot aan Blauberg. De zon is weer gaan schijnen en sommigen van ons kunnen niet wachten om naar de finish vlag te lopen. Bij de auto aangekomen snel de wandelschoenen uit en gemakkelijker schoenen aan, om de een of andere reden ben ik daarbij steeds de laatste. We rijden weer terug naar Olen waar ik gereserveerd heb bij restaurant ‘Trenta Sette‘. We zijn bijna drie kwartier te vroeg maar dat blijkt geen probleem. Het eten is heerlijk.