Kaapverdië Dag 3: Vliegreis naar Fogo en wandeling door Monte Velha [Fogo].

Vanochtend ontbijt om 7:00 uur en 8:00 uur vertrek naar het vliegveld. Omdat de lokale vliegtuigmaatschappij van Kaapverdië onlangs failliet is gegaan en overgenomen door een ander bedrijf, zijn de vluchttijden veranderd en daardoor ook aanpassingen in ons programma.
We vliegen naar het eiland Fogo, waar we twee nachten verblijven en de mogelijkheid hebben om de vulkaan “Pico do Fogo” te beklimmen. De vlucht naar Fogo duurt ongeveer 25 minuten. In het vliegtuig zit ik naast een kleine Kaapverdische vrouw die in Amerika woont en haar familie op Fogo gaat bezoeken. Ze is nogal nerveus en slaat een kruisje wanneer het vliegtuig vol gas geeft op de startbaan. Omdat het opstijgen altijd gepaard gaat met oneffenheden, grijpt ze in een reflex mijn arm. Ik pak haar hand om samen deze “strijd” aan te gaan. Toen we vertrokken uit Praia was het er bewolkt en woei er een harde wind. De vrouw naast mij verzekert me dat het op Fogo mooi weer is, want ze had net haar zuster gebeld. Ook tijdens het landen houdt ze mijn hand vast en slaat, eenmaal op de grond, dankbaar weer een kruisje.

Eenmaal uitgecheckt en onze bagage weer teruggevonden, wachten ons twee busjes voor verder vervoer. We rijden langs de westkust naar het dorpje “Pai Antonio”. Onderweg hebben we een mooi uitzicht over de kust. We stoppen in een klein plaatsje waar we water en wat te eten kunnen kopen. Water is er, maar het eten bestaat vooral uit koekjes en pinda’s. Tegenover het winkeltje is een ziekenhuis en terwijl we wachten totdat iedereen zijn inkopen heeft gedaan, komt er met grote haast een taxi aangereden. Deze stopt bij het ziekenhuis en een huilende jonge vrouw stapt. Het is niet geheel duidelijk wat er met wie aan de hand is, het lijkt erop dat een oudere persoon nog in de auto zit en dat de jonge vrouw om haar/hem jammert. Terwijl personeel uit het ziekenhuis bezig is de oudere persoon naar binnen te krijgen, gaat het jammeren van de vrouw over in een soort van zingen. Ongemakkelijk dat wij nu als ramptoerist dit van nabij meemaken, terwijl wij er eerder waren dan de ramp, stappen wij in onze busjes om verder te rijden.

Eenmaal bij het dorpje aangekomen, stappen we uit en beginnen aan een klim van ongeveer 1300 meter. We hebben voor vandaag en morgen een andere gids, deze is minder spraakzaam dan de gids op het vorige eiland. We hebben nog een eind voor de boeg, dus we gaan in een langzaam tempo omhoog.

Om iedereen deze klim te kunnen maken houden we vaak een korte (adem)pauze.

De begroeiing is zeer weelderig en we naderen steeds meer de wolken die de top van de heuvel aan onze ogen onttrekt.

Uiteindelijk lopen we zelf in de mist en beginnen sommigen onder ons al wat regenkleding aan te trekken.

Uiteindelijk bereiken we de top van de kraterrand (want dat is het) en zien we af en toe tussen de wolken de vulkaan van het eiland oprijzen. De bestemming van morgen kijkt vandaag al op ons neer, maar dat is een probleem voor morgen.

Het pad neemt ons mee langs de kraterwand en afwisselend door warme en droge en vochtige koude luchtflarden.

Op de kraterbodem zelf verschijnen meerdere huisjes, de as van de vulkaan is zo vruchtbaar dat men hier toch graag wil wonen. Bijna alle planten die je in de grond steekt schieten wortel en groeien door. We zien wijnranken, waarvan de zware takken alleen door een steen van de grond af gehouden worden, schijnbaar wild in het landschap groeien.

Sommige bewoners hebben er echt al een huis met een tuintje van gemaakt. Nadat we het dorpje gepasseerd zijn bereiken wij ons pension. Ik mag die avond alleen op een kamer slapen. Door een communicatieve verstoring eten wij die avond niet in het pension, maar in een restaurantje in het dorpje. Wij lopen terug naar het dorpje en worden bij het restaurant al opgewacht door twee jongetjes. Zij laten ons binnen en halen hun ouders die verder voor ons zorgen. Het restaurant bestaat uit één ruimte van zes bij tien meter met een lange tafel voor ons, aan de zijkant een kleine tafel waar twee Fransen aan zitten en een nep kerstboom in de hoek. Helemaal goed en lekker eten. Terwijl we eten rukt de wind aan de wanden en het golfplaten dak. Het waait stevig buiten.