Dag 4 – Miandrivazo -> Tsiribinarivier

Zondag 13 november 2016

Wahasa, wahasa.

We rijden vanochtend met de bus over zanderige wegen; af en toe stoppen we bij dorpjes om wat af te geven of op te halen. De bus fungeert ook als postbus. Op een gegeven moment draait de bus van de zandweg af een nog zanderiger pad in. Het is zeer hobbelig en net als ik mij afvraag of je voor een dergelijk pad niet een 4×4 nodig hebt, komt ons een grote vrachtwagen tegemoet. Het is blijkbaar toch een weg voor ‘normaal’ verkeer.
Het pad voert ons uiteindelijk naar de oever van de rivier. Vanmiddag tot en met overmorgen middag (2 nachten) zullen wij verder in een bootje over de rivier reizen en ’s nachts in tenten slapen. Het is 10:00 uur als we de rivier bereiken.

(klik op de foto om deze beter te kunnen zien)
Er liggen al wat bootjes op ons te wachten. Één ervan moet voor ons zijn. We wachten totdat onze koffers van het dak van de bus zijn gehaald en sjouwen ze zelf door het rulle zand naar de boot. Ik ben blij dat mijn ‘koffer’ een grote rugzak is. Bij de boot aangekomen gaan wij voorzichtig over een schuine loopplank aan boord van één van de boten. De bagage wordt aan boord gebracht en versjouwd.

(klik op de foto om deze beter te kunnen zien)
Het is heet en we gaan nog lang niet weg. Rondom de boot verzamelt zich de jeugd en roept ‘Wahasa’; een kreet die we nog vaak, heel vaak zullen horen. We krijgen te horen dat het ‘blanke’ betekent, maar later horen we dat er ook een boom met een zeer schilferige bast bestaat die dezelfde naam heeft. Hmm.

De boot bestaat uit twee etages. Benedendeks, waar banken met kussens langs de zijkanten zijn geplaatst en een grote tafel in het midden. Aan deze tafel zullen we onze maaltijden nuttigen. Op het dak is nog een, wat kleiner, bovendek. Hier kun je ook zitten, er is een zeil tegen de zon gespannen en omdat je hoger zit is er meer wind. Niet iedereen kan tegelijkertijd op het bovendek terecht, dus er moet af en toe gewisseld worden. Het blijkt zich redelijk vanzelf te reguleren.
De bemanning bestaat uit een kapitein, een kokkin (die ook een bekende zangeres blijkt te zijn) en 3 boots(jonge)mannen. De taak van de bootsmannen is ook om het schip weer vlot te trekken wanneer we vastlopen op een zandbank. Iets dat regelmatig zal gebeuren, maar volgens Caroline deze reis lang niet zo vaak als zij eerder wel heeft meegemaakt. Een bijkomend voordeel dat het regenseizoen gestart is.
Uiteindelijk worden we rond 11:30 uur afgeduwd en glijden we traag langs de oever van de rivier. Lekker onthaasten.

(klik op de foto om deze beter te kunnen zien)
Aanvankelijk zijn de oevers nog laag en met riet begroeid. Op een gegeven moment leggen we aan bij een zandbank voor de lunch. Of we ook maar even ergens op de zandbank willen plassen. Gelukkig zijn de reisgenoten ervaren reizigers en hebben meer met dit bijltje gehakt. Alleen voor de vrouwen is het iets lastiger omdat er geen struiken zijn om achter te schuilen. Kwestie van mannen de ene kant op en vrouwen de andere kant. Na de lunch worden de oevers hoger en rotsachtiger.

(klik op de foto om deze beter te kunnen zien)
De oevers zijn inmiddels echte heuvels geworden en op sommige plekken klinkt een oorverdovend geluid uit de bossen van duizenden cicades.

(klik op de foto om deze beter te kunnen zien)
Aan het eind van de middag steekt er een stevige bries op en komen ons kleine zeilbootjes tegemoet. We leggen uiteindelijk aan bij een plek waar we met tenten zullen overnachten. Wij gaan douchen onder een waterval iets hogerop, terwijl onze bootsmannen de tenten opzetten en de kokkin de avondmaaltijd bereidt. Als ik later die avond, nadat we tevergeefs op het verschijnen van de ‘super maan’ hebben gewacht die we niet konden zien omdat het geheel bewolkt was, mijn tent in duik moet ik eerst een kleine miljoen poot en een sprinkhaan uit mijn tent verwijderen. Er zitten zowel in de buiten- als de binnentent een paar gaten. In een tent hoor je alles. Er blijkt een vogel te zijn die niet slaapt, de roep klinkt de hele nacht door met korte pauzes. Uiteindelijk slaap ik wel in, wederom naakt zonder laken op een wat dunne matras.