Een wilde ruiter en een vuile gletsjer
Vandaag een lange wandeling naar een gletsjer en terug. We verlaten het dorp laverend tussen stenen en poep.
Het belooft, weer, een prachtige dag te worden en ik heb er in ieder geval zin in.
De vele paarden die hier zijn worden ook gebruikt om toeristen, die geen zin hebben om het hele eind naar de gletsjer te lopen, er naar toe te rijden.
Achter ons komt een driftige jongen op een paard aangereden. Hij spoort het paard aan door venijnig met een stok op de flanken te slaan. Hij galoppeert ons voorbij, stopt verder voor ons om weer even driftig terug te rijden. Volgens mij wil hij even zijn kunsten laten zien.
Het pad voert ons verder, licht stijgend, de vallei in. Het uitzicht op de hoge bergketen wordt steeds majestueuzer.
We volgen aanvankelijk een klein zijstroompje van de hoofdrivier, begeleid door een paar honden die ook wel weten dat we uiteindelijk ergens zullen stoppen om te gaan eten.
Het is een prachtige, makkelijke wandeling in een geweldige omgeving.
Wanneer we aan het eind van de bergweiden en aan de voet van het rotsige gedeelte komen, staat daar een tentje met drank. We pauzeren er even en ik koop een frisdrank met citroensmaak. Alle flessen liggen in een grote bak waar koud bergwater door een slang in loopt.
Het volgende deel van de wandeling gaat steiler en over stenen. Het uitzicht blijft nog steeds prachtig.
Uiteindelijk bereiken we de, zeer vuile, ijswand aan de voet van de gletsjer.
Tussen de stenen pauzeren we voor de lunch. Het valt voor sommigen niet mee om de honden, die nu hun kans zien, van zich af te slaan. Vreemd, maar mij bekoort deze steenmassa in het geheel niet. Het laatste stuk zijn we steeds dichter bij het bergmassief gekomen. Echter aan de voet van zo’n massief zie je alleen maar rotsen om je heen en valt de grootsheid van de berg een beetje weg omdat je er deel van uitmaakt. In mijn beleving en zeker fototechnisch gezien zijn de bergen op een afstand en in relatie tot de omgeving veel imposanter.
Na de lunch weer de hele weg terug lopen, ik vind het niet erg, maar aan het eind vinden sommigen het toch een wat saai en lang stuk terug.
Boven het dorpje bevindt zich nog een klooster en onderweg terug stoppen we daar ook even. Volgens M is het nieuw dat we daar onze rugzakken niet mee naar binnen mogen nemen. We laten ze buiten onder de hoede van M achter.
Het is een simpel en vooral krap kerkje. Misschien te krap voor al die bulten van rugzakken?
Tussen het klooster en het dorpje ligt nog een huis met een mooi oud wagentje.
Voor de liefhebber hieronder nog meer foto’s van het landschap: