Zondag 25 februari 2018
Vandaag wordt een bijzondere dag. Het is koud, de verwachting is dat het maar een paar graden boven nul wordt vandaag, maar met een strak blauwe hemel en veel zon. Bijzonder ook omdat we niet alleen een landsgrens maar vandaag ook een taalgrens zullen overschrijden. We starten in Nederland, maar al snel zullen we de grens met België passeren en een klein stukje Vlaanderen aandoen. Het zal van korte duur zijn want al snel komen we in het Waals gewest terecht.
We starten bij de afgraving van de Sint Pietersberg op de parkeerplaats van Chalet D’n Observant. We verheugen ons erop om daar eerst een kop koffie te drinken, maar ondanks dat het vanaf 11:00 uur open zou moeten zijn, staan we voor een gesloten deur. Verslagen, maar geenszins uit het veld geslagen starten we onze tocht dan maar zonder opwarmertje. Eerst weer op de officiële route terugkomen. We volgen een pad de groeve uit aan de schaduwzijde van de heuvel.
Aanvankelijk waait er een koude wind en omdat we in de schaduw lopen voelt het koud aan. We volgen het slingerpad omhoog, ingehaald door meerdere mountain bikers. Eenmaal bovenaan gekomen lopen we lekker in het zonnetje en wanneer we vervolgens ook nog uit de wind lopen, is het helemaal in orde.
Iets verderop zien we op enige afstand de ‘duivelsgrot’ liggen.
Na anderhalve kilometer lopen volgt het pad de grens met België. Vanaf de Nederlandse kant zien we verderop in het dal het plaatsje ‘Kanne’ liggen. Een witte brug over het Albertkanaal geeft aan waar we straks moeten oversteken.
Zover is het echter nog niet, want ons pad loopt met een grote boog langs de grens en pas na vijfhonderd meter passeren we de grens en lopen België binnen. We dalen langzaam de vallei in. Koud genoeg nog voor de meesten van ons om onze handschoenen aan te houden.
Na één kilometer bereiken we de oever van het Albertkanaal. Kanne is geen grote plaats en de huizen worden afgewisseld door weilandjes met paarden of schapen.
Als we bij het Albertkanaal aankomen, buigt het pad af en volgt meerdere honderden meters het riviertje de ‘Jeker’ die daar via een duiker onder het kanaal door weer aan de oppervlakte komt. Een aquaduct voor een riviertje.
Na een kleine kilometer bereiken we de witte brug die we eerder al in de verte hadden zien liggen en steken het Albertkanaal over.
Het is nog twee kilometer naar onze lunchplek van vandaag: Moulin Loverix. Het is prachtig gelegen aan het riviertje De Jeker, dat hier natuurlijk anders heet omdat we inmiddels in het Franstalige deel van België zijn. We eten lekkere pannenkoeken (Crêpes), alhoewel er enige communicatieve verwarring is omdat de ene kant van de tafel een Nederlandse menukaart voor zich heeft en de andere een Franstalige, terwijl we dat aanvankelijk niet in de gaten hebben. Ik ben jaloers op de bediening, de jongeman blijkt niet alleen Nederlands en Frans vloeiend te spreken. Als er later meer gasten binnenkomen spreekt hij ook Duits. Dat is toch wel een fijn neveneffect van in zo’n grensgebied opgroeien.
We vervolgen onze wandeling over een rustiek pad op enige afstand van de bebouwde kom.
De ene keer lopen we over een zanderig dijkje, daarna over een verharde holle weg. Maar wel steeds naar het zuiden, dus met de zon vol in het gezicht; heerlijk.
We passeren een gebouwtje aan de weg en als we door een ietwat bekrast venster naar binnen gluren, worden we aangestaard door een aantal koeien.
We laten de dames verder met rust en vervolgen onze weg langs struiken en bomen. De markeringen zijn niet altijd goed aangegeven en dikwijls van verouderde aard.
Op ongeveer tien kilometer van onze totale afstand van achttien kilometer voor vandaag en bovenop een heuveltje gelegen passeren we Le Musée du Silex.
Een kasteel achtig bouwwerk met bovenop vier fabeldieren. Het is niet ieders smaak, maar het schijnt met een visie te zijn gebouwd door de eerste dienstweigeraar van België.
Nadat we vooral beneden door de valleien en langs weilanden en bebouwing hebben gelopen, gaat de wandeling omhoog over de heuvels die honderd tot honderdvijftig meter hoog zijn. Het land is hier onlangs geploegd en in de karrensporen ligt ijs van een centimeter dik.
De felle laagstaande zon, het omgeploegde land en de wolkenloze hemel nodigen uit tot het maken van foto’s. John schroomt niet om de meest onmogelijke houdingen in te nemen voor het juiste perspectief.
Zoals ik al zei, levert het verstilde winterlandschap mooie beelden op. Niet te lang stil staan want juist hier bovenop zijn we weer aan de nog steeds koude wind blootgesteld.
Na een paar kilometer vervolgen we onze wandeling over een holle weg en weer naar beneden de vallei in.
Het pad loopt weer langs de Franstalig murmelende Jeker en met een grote boog om het plaatsje Wonk. We hebben hier vast geen last van motorfietsen, al was het alleen maar door het draaihekje aan het begin van het pad.
We lopen om de bebouwde kom heen over landerige paden die door de vorst nu gelukkig hard en goed begaanbaar zijn, maar anders waarschijnlijk zeer modderig zouden zijn geweest.
We kruisen een spoorlijn waar juist op dat moment een goederen trein uit een tunnel tevoorschijn komt.
Eenmaal aan de andere kant van de vallei gekomen klimmen we weer omhoog naar de heuvelrug. Silhouetten van stakerige bomen steken zwart af tegen de laagstaande zon. Fotogeniek weer.
Eenmaal bovenop de heuvel komen we in een leeg en kaal landschap.
Volgens de beschrijving in onze wandelgids moet onze volgende afslag naar links een onduidelijk pad in het open veld zijn. Nu hebben we behalve de wandelgids van Marion ook nog de GPS-tracker van John. Nieuwsgierig volgen we het karrenspoor door het weiland op zoek naar de onduidelijke afslag. Het blijkt overbodig. Niet alleen piept de GPS-tracker braaf op het moment dat we naar links moeten afslaan, maar er blijkt daar ook keurig een paaltje te staan!
We lopen een tijdje over de zandweg met de koude wind schuin van voren en zijn blij dat we weer in de beschutting van een volgende vallei kunnen afdalen. We passeren een zeer bouwvallig gebouw waar toch nog in gewoond wordt.
We zijn er bijna, nog een kilometer wandelen naar de plek waar we één van de auto’s vanochtend hebben achtergelaten. We arriveren er rond 17:00 uur, mooi op tijd voor ons avondeten om 18:00 uur ‘In d’n awwe Herberg‘ in Maastricht. Een leuke brasserie met lekker eten en een fijne bediening.