Zondag 9 juli 2017
De wandeling van vandaag, ongeveer 20 kilometer, start net even onder Diest en loopt tot aan het plaatsje Lummen. De eigenlijke wandeling gaat buiten Diest om maar omdat het een fraaie oude vestingstad is die we niet willen mislopen, volgen we eerst een andere route door de stad.
We lopen van het kleine industrieterrein, waar we de auto achterlaten, door de straten richting de oude stadskern. Aan de overkant van de straat loopt een vrouw in wandelkleding met een rugzak op haar rug en ‘Nordic Walking’ stokken in haar handen tamelijk kwiek van ons weg. We zullen haar nog twee keer tegenkomen. Het belooft vandaag een warme dag te worden met mogelijk in de middag wat hoge sluierwolken. Warm zal het inderdaad worden.
We lopen door een paar straten totdat we een grotere weg met verkeerslichten moeten oversteken, dwarsen zoals dat in België heet. De vrouw met de stokken, via een andere route ook bij de verkeerslichten aangekomen, sluit zich bij ons aan en gezamenlijk steken we over wanneer het licht op groen springt. Ze heeft een grote Jacobsschelp aan haar rugzak hangen. Wellicht is ze op pelgrimstocht. Het wandelgidsje (geen lilliputter die meeloopt, maar een boekwerkje) stuurt ons via een nauwelijks opgemerkt smal pad het bos in. Het klopt wel getuige de markering op de stam van het boompje. Het is een smal pad en we worden direct gedwongen tamelijk steil te klimmen.
Als we bovenaan bij een Y-splitsing staan, komt ons een ruiter te paard tegemoet. Het pad is te smal om elkaar te passeren. We wachten bij de splitsing totdat de ruiter voorbij is. Het paard is wat onwillig of bang voor vier onverschrokken wandelaars… We volgen het pad verder, wat nu boven over een aarden wal lijkt te lopen.
We komen aan de rand van een stenen muur naar beneden waar een met gras begroeide geul loopt. Aan de overkant is ook weer een, hogere, muur. We zijn aangekomen bij de ‘Citadel‘ van Diest.
Het pad loopt een eind langs de muren van de Citadel en wanneer het pad aan het eind met een bocht weer verder stijgt, wacht ons daar een bekende alweer op. De ruiter met het schuchtere paard, of zijn het tweelingen? Deze keer kunnen we wel voorzichtig passeren omdat het pad hier wat breder is. Niet kort nadat we het paard zijn gepasseerd komen we ook de vrouw met de wandelstokken weer tegen. Het is een klein universum hier rond Diest.
Ons pad loopt verder het bos in, weg van de Citadel. Net wanneer we denken dat we al bovenaan zijn, zoals de beschrijving in de wandelgids aankondigt, is er nog een korte steile klim. We lopen verder over een scheef pad en zijn blij dat het niet onlangs geregend heeft. Voorzichtig over de vele wortels van de beukenbomen stappend bereiken we langzaam de rand van de wal en komen aan bij bebouwing.
Na een paar straatjes komen we uit bij het centrale plein van Diest. We zien er niet veel van want het staat vol met kermisattracties en wagens die nu nog gesloten zijn.
We lopen door het centrum en komen aan de andere kant bij de ingang van een groot park. Onze wandeling loopt door het park naar het Begijnhof.
Het Begijnhof is een echt oud gedeelte van Diest en zeer pittoresk. Ik heb het fotograferen van Maria kappelletjes en beelden al een beetje opgegeven; er zijn er teveel en ze lijken ook allemaal op elkaar. Duidelijk een geval van overdosering, ‘more is less’ zal ik maar zeggen. Twee wandelgenoten wiens namen ik niet zal noemen, maar Marion en ik zijn het niet, kunnen er echter geen genoeg van krijgen en raken duidelijk achterop. We hebben deze keer geen duidelijke lunchplek uitgezocht omdat we dachten er op de bonnefooi in Diest wel een te kunnen vinden. Ondertussen lopen we langs het restaurant waar ik voor vanavond gereserveerd heb: Gasthof 1618. Net om de hoek is een simpele lunchplek, waar we wat broodjes, soep, een stukje kriekentaart en pannenkoeken eten. Het is niet bijzonder, maar in orde en lekker buiten in het zonnetje.
Na de lunch rond half twee gaan we weer verder. Het wordt tijd Diest te verlaten en het vervolg van het echte pad op te zoeken. Eerst nog wat straatjes en vlonders door het park doorkruisen.
We komen weer bij een gedeelte van de oude stadsmuur, deze keer aan de onderkant. Het pad loopt door twee tunnels in de muren.
Direct na de tweede tunnel slaan we rechtsaf een smal bospad in. Voorlopig even geen straatjes en huizen meer. Nu trotseren we bladeren en wortels.
We beschikken over twee wandelgidsen, een oude en een nieuwe. Nee, ik bedoel niet de dames op de foto hierboven, maar de boekjes die ze in hun handen hebben. Zo af en toe worden de beschrijvingen even met elkaar vergeleken omdat die in het oude boekje af en toe niet meer klopt met de actualiteit. De markeringen om ons heen volgen natuurlijk het nieuwe boekje, of eigenlijk beschrijft het nieuwe boekje de gewijzigde markeringen.
We lopen een tijdje door het bos, maar de pret is niet van lange duur en snel staan we weer op het asfalt. Deze wandeling is typerend voor een stukje door de natuur, maar niet te lang, en weer terug naar asfalt of beton.
Net wanneer we schoon genoeg (spreek uit met een zachte ‘g’) hebben van het asfalt, komt er een bospad. Wel opletten op de dennenappels, want voor je er erg in hebt rol je over de zandweg.
Na een tijdje steken we het riviertje ‘zwartebeek’ over. Een stroompje dat we al meerdere keren rechts of links hebben zien lopen.
De toegang tot een pretpark? Nee, maar in België heeft men er geen moeite mee de oprijlaan tot een gewoon woonhuis van een Efteling waardige poort te voorzien. Ik denk dat een televisieprogramma als ‘kunst of kitsch’ in België niet bestaat. We lopen inmiddels door de straten van het dorpje ‘Zelem’.
Na verschillende straatjes met nog verschillender woningen, loopt ons pad weer naar een zandweg door het bos. Ook hier is het belangrijk te beseffen dat we Zelem verlaten. Verantwoordelijkheid over het bospad ligt bij anderen.
We lopen weer een tijdje door het bos en beschut voor de warme zon van het middaguur. Een tijdje, maar niet te lang, want al snel stopt het bospad en wordt ons wandelgezelschap weer op een asfaltweg uitgebraakt. Een lange en zonnig warme asfaltweg.
Na het trotseren van de warmte van zon en heet asfalt, lopen we weer het bos in. We passeren wat paardenbeesten die in een enigszins beschaduwd hoekje van een wat verdroogd stukje land rustig staan te staan.
Ons pad loopt verder langs een bosrand en een modderig parallel lopend pad. Wellicht voorheen het officiële pad, maar vanwege de modder wat minder begaanbaar. We lopen langs een soort van poort met erachter een terrein voor spring paardensport; concours hippique.
De beschrijving in ons gidsje waarschuwt voor een gedeelte van het pad dat wat overwoekerd zou kunnen zijn en naar een niet al te ver verwijderde asfaltweg loopt. We zijn er niet zeker van of we het juiste pad vinden, alles ziet er even overwoekerd uit. Wat eerst een pad lijkt verdwijnt snel in een harrewar van boomtakken. Dan maar iets verder proberen waar minder bomen staan. We banen ons voorzichtig een weg door gras en brandnetels en zien gelukkig op ons GPS-apparaat waar de asfaltweg moet liggen. Dit is wel een raar stukje pad voor een officiële lange-afstands-route. Deze keer zijn we blij wanneer we het asfalt bereiken, dat dan weer wel…
Niet lang daarna verruilen we het asfalt voor een weg langs bomen en weilanden om bij een ‘duizend jaar oude eik‘ uit te komen. We zijn inmiddels in de omgeving van Lummen, onze eindbestemming van vandaag.
Eerst nog wat langs de weilanden lopen en dan… Ja, weer een verharde weg. Beton deze keer.
We volgen de betonnen weg een tijdje, steken een snelweg via een brug over en lopen nog wat honderden meters over een bospad. We bereiken het hoogste punt van Lummen (niet in het plaatsje zelf maar net iets er buiten), maar de eetgelegenheid die we daar aantreffen ziet er iets te officieel uit om bijvoorbeeld alleen maar een ijsje te eten. Volgens de beschrijving loopt ons pad in de berm vlak langs de autoweg.
Wat als een karig smal paadje vlak langs de autoweg begint, daalt langzaam af naast de weg en gaat geleidelijk over in een een fraaie holle weg met steeds hoger oprijzende bomen. Aan het eind van dit inmiddels mooie bospad komen we uit op een straatweg in Lummen. Nu is het nog maar een kort stukje naar de auto.
Als we weer met de auto terug zijn in Diest bij ons restaurant Gasthof 1618, is er een tafel in de fraaie tuin gereserveerd. Het was zeker niet een van onze mooiste wandelingen, de ambiance waar we afsluiten maakt weer veel goed.