Zondag 19 februari 2017
En weer gaan we op pad, richting het plaatsje Brecht. De aanvankelijke route zou 21 kilometer lang zijn, maar in het onlangs nieuw uitgegevens boekje over de wandeling blijkt er een routewijziging te zijn die voordelig uitpakt: nu ongeveer 19 kilometer wandelen. Zaterdag was het een stralende dag, maar deze zondag is grijs en er wordt zelfs wat regen verwacht. Gelukkig zullen we dat niet meemaken.
We pakken het spoor weer op waar we de vorige keer gestopt zijn: in het Pastoorsbos. Al snel verlaat het pad het bos om langs weilanden met diverse beesten richting Wuustwezel te lopen. We passeren een veldje met twee ezels die zowel nieuwsgierig als schichtig zijn. Ze reageren nogal verschillend op leden van onze wandelgroep.
Na verloop van tijd komen we bij een splitsing waar we weer een Maria Kapelletje aantreffen.
De wandeling gaat over rustige asfaltwegen of betonplaten. Links en rechts nog steeds stukken grond en huizen.
Voordat we een meer bosrijk gebied in wandelen passeren we een waarachtig Maria bedevaartsoord. Behalve een kerkgebouw en een theatrale grot met een Mariabeeld, hangen er ook drie houten en verweerde kruisen aan één van de kerkmuren.
We wandelen door het bos waaruit links van ons schoten van een geweer klinken; borden aan de ingang van zijpaden geven aan dat je die kant beter niet op kunt gaan vanwege een privé jachtgebied.
Aan het eind van het bospad gaat de wandeling weer over een asfaltweg door landerijen: het Moleneind. De eenzame fotograaf sukkelt wat achter het gezelschap aan.
Net iets na 12:00 uur komen we aan in het centrum van Wuustwezel. Prima tijd voor onze lunchstop.
We passeren het Raadhuis waar een oud uitziende deur onze aandacht trekt. Niet geheel tot onze verbazing is het de deur tot de oude gevangenis.
Zoals gezegd is dit de plaats waar we bedacht hebben om te lunchen. De locatie is ’t Dorp, een fraaie eetgelegenheid waar je zeker een ‘ingooier’ moet proberen. Ik durf het niet en blijf bij mijn uitsmijter, maar aan de reacties van mijn wandelgenoten te merken heb ik iets gemist. Vraag vooral waar de naam ‘ingooier’ vandaan komt, want dat vertel ik niet en het staat niet op de kaart. Na de heerlijke lunch steken we met een enorme omweg een paar honderd meter verderop de straat over om onze wandeling te vervolgen.
We zien op meerdere plekken op onze wandeling een automaat voor (vers) brood staan. Ik geloof niet dat we zoiets in Nederland kennen.
Als we Wuustwezel verlaten loopt de route over een slingerend pad tussen bomen langs een meer. Aan de overkant van het meer ligt een oud militair oefenterrein wat nu een ongerept stuk natuur, maar verboden gebied is. De bomen wijzen ons de weg.
Op één van de takken zien we kleine, prachtig oranje gekleurde zwammetjes zitten.
Het pad loopt verder tussen rietkragen en wilgenknotten. Het is niet druk, maar we zijn niet de enigen op het pad. Het is zondag dus ook fietsers maken blijkbaar graag gebruik van deze weg. Het is er maar één. We hebben wel grotere groepen meegemaakt.
We steken een een bruggetje over de Kleine Aa over. De Elzenkatjes staan al in bloei. Ik ben er niet allergisch voor en het is een voorbode van de lente, we zeuren niet.
Verderop wordt het pad steeds modderiger, het profiel van onze wandelschoenen, bij sommigen van ons juist zo lekker schoon geworden van de sneeuw een week geleden, voelt weer lekker vettig en glibberig aan.
Het pad loopt langs de bosrand aan de ene zijde en landerijen aan de andere. Mooie statige solitaire bomen wachten rustig de komst van de naderende lente af. Van regen gelukkig geen sprake, maar de lucht is en blijft eentonig grijs.
Na verloop van tijd en twee drop-pauzes verder, verruilen we het modderige pad voor een weg van betonplaten. Een stille getuige ligt in het gras naast de weg, heeft het iets te maken met de aap van de vorige tocht? Omdat het een wandeltocht en geen puzzeltocht is, negeren we de mogelijke aanwijzing en gaan verder.
De betonnen weg loopt verder en links van ons staan groen bemoste struiken en bomen van wat wij denken dat een tuinderij is. Het is zo’n regelmatige en vreemde verzameling. Een kopgroepje maakt zich los van de rest en wandelt vooruit, Brecht kan niet ver meer zijn.
We nadere Brecht en volgens de wandelbeschrijving moeten we zowel onder het spoor als onder een snelweg door. Over een parkeerplaats naderen we het station, waar we met de trap naar beneden gaan en vervolgens aan de andere kant via de helling weer naar de oppervlakte terugkeren.
We zijn in Brecht en worden door allerlei weggetjes, straten en steegjes naar onze eindbestemming geleid. Het is dikwijls niet de kortste weg, maar gaat zeker langs aparte plekjes.
We eindigen onze tocht van vandaag bij een pittoresk gebouw: de voormalige Schepenbank en Schandpaal uit de 15e eeuw dat, volgens een plakkaat, voorheen ergens ander heeft gestaan en in 1936 om verkeerstechnische redenen naar deze plek is verplaatst.
We gebruiken ons avondeten verderop in taverne Schaliënhuis; het is er heerlijk eten.