Zondag 14 augustus 2016
De etappe van vandaag loopt van Rockanje naar Stellendam, alhoewel we daar alleen de auto geparkeerd hebben en het plaatsje zelf niet zullen bezoeken.
Evenals twee weken geleden beginnen we (rond half elf) met een enigszins licht bewolkte hemel. Het eerste gedeelte van de wandeling loopt langs de randen van Rockanje om uiteindelijk het strand op te gaan.
We lopen een eindje langs het strand naar de Haringvlietsluizen. De bewolking begint al open te breken.
Onder de N57 door en aan de oostzijde van de dam lopen we naar de overzijde van het Haringvliet.
Naarmate de ochtend vordert breekt de lucht steeds meer open en lopen we richting onze lunchplek: Zoet of Zout.
Onderweg maak ik een paar fraaie foto’s van de dam zelf.
De dam is een indrukwekkend bouwwerk en de lucht typisch Nederlands te noemen.
Op zich een saai onderwerp: windmolen met groene wegafscheiding. Door de kleuren bij de bewerking te overdrijven maak ik er een artistieke impressie van.
Na de (prima) lunch en enig dralen bij de sluizen, waar uiteindelijk niets spannends gebeurt, weer op weg naar Goedereede. Ik heb daar voor het avondeten gereserveerd bij eetcafé ’t Sas, maar we zullen er eerst aan voorbij lopen en pas later met de auto vanuit Stellendam ernaar terugrijden. Na een fraaie wandeling, waarbij de huizenrij van het plaatsje Havenhoofd erg gemoedelijk op ons overkomt, komen we in Goedereede aan.
Goedereede is een zeer pittoresk plaatsje, waar we lekker in het (inmiddels felle) zonnetje op een terras wat drinken.
Na nog wat te hebben rondgelopen en foto’s genomen, vervolgen wij onze wandeling richting Stellendam. Dat is zeker geen nare wandeling met ook een afwisselend landschap. De wind is inmiddels naar het noordwesten gedraaid (maritiem-polair), wat garant staat voor een (kraak)heldere lucht met felle zonneschijn en interessante wolken.
Het laatste wandelgedeelte blijkt ook zeer afwisselend, inclusief een wandeling over een grasdijk met schapen. Ik ben benieuwd naar de volgende etappe over twee weken.
De schapen volgen ons braaf tot aan een hek waar we overheen klimmen. Daar kunnen ze niet verder en blijven ‘schaapachtig’ ons staan nastaren.