Vrijdag 21 september 2018
Even vooraf. Drie van het wandelgezelschap van vijf hebben besloten de GR5 in België nog wat verder te wandelen. Vanwege de steeds groter wordende afstand die we moeten afleggen om in het wandelgebied te komen, hebben we ervoor gekozen om er een lang weekeinde van te maken met twee overnachtingen ter plekke. We overnachten in een guesthouse in Spa. Alhoewel het bedoeling was om drie dagen te wandelen, vrijdag, zaterdag en zondag, noodzaakt het weer ons om zondag al weer terug te rijden naar Nederland; het regent praktisch de gehele dag.
Zover is het nog niet, we starten onze etappe op vrijdag in Visé. Vanwege de logistiek zijn we met de auto uit Nederland doorgereden naar het eindpunt van deze dagmars, vervolgens met een bus naar Liège en vandaar met de trein naar Visé. De bus blijkt vaker te gaan dan uit het vooronderzoek naar voren kwam. Helaas missen we onze uitstap halte in Liège omdat de halte aanduiding in de bus de naam van de halte pas laat zien als we er al voorbij zijn. We lopen terug en missen daardoor de aansluitende trein. Dat wordt een uur wachten op een ongezellig station onder een betonnen afdakje in de regen.
Wanneer we uiteindelijk in Visé bij ons startpunt zijn aangekomen regent het inmiddels niet meer. Onder een grijze lucht starten we onze wandeling die boven langs het treinspoor en de autoweg loopt. De autoweg maakt een hels kabaal en we benijden de mensen die hier wonen niet.
Na ongeveer 500 meter gaat het pand linksaf een lange trap omhoog; het eerste serieuze klimwerk. Bovenaan de trap is het geraas van de snelweg gelukkig al minder te horen. Een duidelijke chloorlucht geeft aan dat we vlak langs een zwembad lopen. We passeren een grote kerk en lopen op hoger terrein het plaatsje Visé uit.
Het pad bestaat hier uit een stenige weg door open terrein. We zijn blootgesteld aan de wind, maar ondanks dat er een dreigend wolkendek boven ons hangt, regent het niet.
Na enkele honderden meters verlaten we de stenen weg en wandelen dwars over het weiland. Het is nog steeds een duidelijk pad.
Na wat koeien te hebben getrotseerd passeren we het kasteel van Dalhem.
Het pad loopt kort langs de oevers van een beekje.
Het plaatsje Dalhem heeft bovenop een heuveltop een oud centrum met nauwe straatjes en oude huizen. We klimmen steil omhoog naar het centrum over een weg geplaveid met kasseien. Boven aangekomen gaat het pad, door nauwe straatjes met trappetjes, aan de andere kant van de heuvel rap naar beneden.
Vervolgens voert het pad ruim 1 kilometer over en langs weilanden, waarbij de weg dikwijls via een smal pad met hekwerk aan beide zijden langs de weilanden loopt.
Uiteraard zien we voldoende kerken op onze route. Het is ook duidelijk dat de herfst eraan zit te komen.
Na de weilanden loopt het pad voor meerdere kilometers door een licht glooiend landschap.
Omdat deze omgeving intensief bewoond wordt, loopt het pad ook dikwijls langs huizen.
Het is altijd nog zo’n 2115 kilometer naar Nice, maar 302 kilometer hebben we al achter de rug…
Het pad duikt een holle weg onder bomen in. De weg wordt steeds dieper en we vragen ons af hoe deze greppel eruit ziet wanneer het goed geregend heeft.
De laatste kilometers van het pad gaan veelal over de verharde weg, wat een beetje jammer is. We bereiken uiteindelijk Micheroux, het eindpunt van vandaag en waar de auto staat.