Maandag 3 juli 2017
Vandaag wordt een improvisatie dag. De interessantste kustwandelingen hebben we gelopen. Het eiland blijkt kleiner en daardoor beloopbaar voor ons. Van een toeristen pamflet weten we dat er vanmiddag vanaf vijf uur in Saumarez Park een folkloristisch evenement is. In het park is ook een folkloristisch museum wat geopend is tot vijf uur. Vervolgens hebben we gezien dat er in het westelijk deel van het eiland ook nog een ‘Saint Saviour’s Nature Reserve‘ is.
Gezien onze ervaring tot nu toe denken we dat dit allemaal best te voet kunnen bereiken.
We nemen een bus en stappen vlak bij het vliegveld uit. Hiervandaan willen we binnendoor dwars over het eiland naar het Natuurreservaat lopen. Het is vanochtend weer behoorlijk grijs en nat. Geen harde regen, maar weer zo’n miezerige motregen. We lopen, geholpen door onze smartphones, over de binnenweggetjes.
Omdat we wat nat zijn en trek hebben in een kopje koffie, onderbreken we onze wandeling voor een koffie met worteltaart bij ‘Mint Brasserie & Tea Room‘. Er is ook een tuin bij en we besluiten eerst even de tuin te bezoeken. Behalve planten staan er ook kitscherige beeldjes her en der verspreid.
Na de koffie gaan we weer verder in de richting van ‘St Saviour’s Church‘. Geholpen door onze smartphones proberen we zoveel mogelijk kleine weggetjes of zelfs voetpaden te nemen. Zo nu en dan passeren we weer fraaie huizen.
De kerk ligt bovenop een heuvel uiteraard omringt door een grote begraafplaats. Het pad dat we volgen loopt steil omhoog om plotseling in een hoek van de begraafplaats uit te komen. Het is nog steeds grijs en licht vochtig weer.
Vanaf de kerk loopt onze weg naar het natuurreservaat. Via wat smalle straatjes en over een leuk voetpad komen we aan bij de zuidpunt van een waterreservoir waar het natuurreservaat omheen ligt. Aan de andere kant van het water zien we de dam liggen waar we heen willen. Na een half uur lopen zijn we er.
Voorbij de dam nemen we de kleine weggetjes naar de kust. Hier en daar lopen we langs leuke huisjes met bloemen tegen de muur.
We passeren een weilandje met echte Guernsey koeien, denken we.
Natuurlijk komen we weer spiegels tegen en inmiddels is de zon ook tevoorschijn gekomen.
Sommige straten zijn behoorlijk smal en is er ook geen mogelijkheid voor de voetganger om in de berm te springen wanneer er een auto aan komt.
Uiteindelijk bereiken we een stuk strand en lopen verder langs de kustlijn. Het is eb en dat biedt mogelijkheden voor andere plaatjes. Ik vind het altijd leuk een paar souvenirs mee te nemen, maar alleen wat we vinden en niet gekocht in een winkel. Mijn vriendin vist een paar Jacobsschelpen (scallops) voor me uit het water. Daar is vast wel een mooie voor thuis bij.
Iets verder langs het strand staat weer een prachtig autootje. Geen idee wat voor een merk dit is.
We naderen een gedeelte van het strand waar leden van een surfclub druk aan het oefenen zijn. Het is ook meteen een plek om wat te lunchen.
Na de lunch lopen we weer landinwaarts richting het folk-museum. Het kan niet ver weg zijn. Onderweg vind ik nog een aanwinst voor mijn souvenir verzameling. Een scholier heeft een heuse uniform stropdas verloren. Zo een met een klemmetje. Alhoewel ik het beeld dat dit kortgeleden nog door een puberjongen gedragen kan zijn veel leuker vind, doet de sterke parfum geur die er vanaf walmt toch anders vermoeden. Niettemin neem ik de das mee voor mijn verzameling.
We bereiken het folk-museum ruim voor sluitingstijd, maar moeten constateren dat het museum één keer per jaar gesloten is vanwege voorbereidingen voor het folk-festival. Het is dan weliswaar nà vijf uur tijdens het festival weer geopend. We besluiten even door de tuin te lopen en bij de tea room wat te drinken.
Als het vijf uur is lopen we naar de grote weide waar we de tenten van het festival al hebben zien staan. Vlakbij de ingang staan ook al twee steps geparkeerd.
Het folk festival is een mengelmoes van eettentjes, tentjes waar je wat kunt kopen en kraampjes waar oude ambachten en zo worden gedemonstreerd. Er is ook een kampement opgericht helemaal in de stijl van de Tweede Wereldoorlog. Een oude fiets staat voor de tent geparkeerd. Ja, ik begrijp nu wel dat de steps van zoeven hier niet bijpassen.
In stijl gekleden mannen leggen aan de bezoekers uit waar alle attributen voor dienen en hoe zwaar hun uitrusting wel is.
Iets verderop staan wat oude tractoren opgesteld. Het is niet geheel duidelijk of de jongeman ook in stijl gekleed is, zulke petjes zijn vandaag de dag weer helemaal in.
De mutsen van de meisjes bij de kraam waar het boterkloppen wordt gedemonstreerd zijn wat mij betreft nooit in geweest.
De dames bij het kantklossen laten zich niet uit hun concentratie brengen, het lijkt me een ramp als je hierbij de draad kwijtraakt.
Even terug bij het oorlog kampement blijken de rollen van sommige heren wel heel erg op hun lijf geschreven. Wie zou de natuurlijke uitstraling van leiderschap van de man met de arm met de uitgestoken wijsvinger durven betwisten?
En wat te denken van de uitstraling van deze kok. Zeker heeft hij eerst wel geproefd of de soep ermee door kan!
Okay, niet iedereen krijgt direct haar zin. Het opzetten van een demonstratieve pruillip helpt in ieder geval om je statement duidelijk te maken.
Mijn vriendin kan het bijna niet laten om een tijdschrift over één van haar favoriete televisieseries uit een bak te halen. Waarschijnlijk is de beperkte bagageruimte voor de terugvlucht het enige wat haar tegenhoudt.
Inderdaad, dat je je kleed zoals in het verleden wil niet zeggen dat je niet modern mag handelen.
Ondanks het succes en plezier voor velen is er altijd wel iemand die liever thuis was gebleven. Op die leeftijd heb je er alleen niet veel over te zeggen.
Nadat we alles op het terrein tenminste één keer gezien hebben, staan we precies op tijd bij de bushalte die vlak voor het museum is om de bus te nemen die net aan komt rijden.